Samenvatting
De Volkskrant heeft in het artikel “Voor een extreem geluid heeft de gulle gever best wat over” bericht over het belang van het donatieplatform Backme voor onder meer C.V. Franssen (klaagster) bij het verkondigen van een geluid dat sterk afwijkt van het dominante discours in de ‘mainstreammedia’. Klaagster is vooraf benaderd voor een interview. De strekking van de publicatie komt overeen met datgene wat voorafgaand aan haar is meegedeeld. De kop is sterk aangezet, maar vindt voldoende grond in het artikel. Klaagster is niet neergezet als radicaal-rechts. Zij heeft voorafgaand aan de publicatie de kans gekregen om eventuele onjuistheden recht te zetten. Dat zij van die gelegenheid geen adequaat gebruik heeft gemaakt, komt voor haar eigen rekening en risico. De klacht is daarom ongegrond.
Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van
C.V. Franssen
tegen
de hoofdredacteur van de Volkskrant
Mevrouw C.V. Franssen te Culemborg (klaagster) heeft op 30 augustus 2024 een klacht ingediend tegen de hoofdredacteur van de Volkskrant. Bij de beoordeling van de klacht is verder de reactie van de Volkskrant van 8 oktober 2024 betrokken.
De klacht is behandeld op de zitting van de Raad van 18 oktober 2024. Klaagster is daar verschenen en heeft haar standpunt toegelicht aan de hand van een notitie. Namens de Volkskrant waren de heer R. van de Griend, journalist, mevrouw A. Kranenberg, adjunct-hoofdredacteur, en de heer J. Baars, senior jurist DPG Media, aanwezig.
DE FEITEN
Op 23 maart 2024 heeft de Volkskrant in de papieren Zaterdag-editie een artikel van de hand van Van de Griend gepubliceerd met de kop “Voor een extreem geluid heeft de gulle gever best wat over”. Het artikel is op de cover aangekondigd met de kop “Het lucratieve geluid van de onderbuik – Op donatieplatform Backme vindt radicaal-rechts gehoor, en gulle gevers”.
De intro van het artikel luidt:
“Donatieplatform Backme is in korte tijd een verzamelplaats geworden voor sympathisanten van (radicaal-)rechts en verspreiders van desinformatie. Gebruikers wordt inhoudelijk amper iets in de weg gelegd.”
Het artikel bevat onder meer de volgende passages:
“Zo is Backme, dat werd ontwikkeld met subsidies van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en de Europese Commissie, steeds meer een verzamelplaats geworden voor sympathisanten van (radicaal-)rechts, distributeurs van desinformatie en complottheorieën, en mensen die anderszins een geluid verkondigen dat sterk afwijkt van het dominante discours in de ‘mainstreammedia’.”
en:
“Ook Caroline Franssen heeft een Backme-account. Franssen, die in het dagelijks leven een coachingspraktijk runt, besteedt een groot deel van haar vrije tijd aan het bestrijden van wat zij ‘gendergekte’ noemt. Ze is er faliekant op tegen dat kinderen met genderdysforie (een onbehagen met het geslacht van geboorte) worden ‘gemutileerd’, en dat transvrouwen toegang hebben tot vrouwenkleedkamers en vrouwengevangenissen, omdat dat tot verkrachtingen zou kunnen leiden.
Om daarvoor te waarschuwen, richtte Franssen de stichting Voorzij op, houdt ze demonstraties, maakt ze podcasts en is ze actief op X. Daarbij drukt ze zich vaak weinig zachtzinnig uit. Op X gebruikte ze termen als ‘transgestapo’, ‘mannen in jurken’ en ‘gecastreerde mannen met een nepvagina’. Ook stelde ze dat er achter transgenderemancipatie een ‘pedofiele agenda’ schuilgaat.
Omdat ze soms grote uitgaven moet doen voor haar activisme, besloot ze een Backme-pagina aan te maken. Van haar donaties kon ze podcastapparatuur aanschaffen, een cameraploeg voor haar protestacties inhuren, banners laten drukken en voor zichzelf en een medestander een trip naar Wenen betalen om een internationale betoging tegen transrechten te bezoeken. ‘Kijk, ik steek ontzettend veel energie in het opkomen voor vrouwen’, zegt Franssen. ‘Dat probeer ik zo professioneel mogelijk te doen. Maar eigenlijk kan ik me dat helemaal niet veroorloven, want daarvoor verdien ik niet genoeg met mijn coachingspraktijk. Daarom is het heel goed dat Backme bestaat.’”
Een nagenoeg gelijkluidend artikel is op dezelfde dag online verschenen.
Van de Griend heeft klaagster als volgt benaderd voor een interview:
“Ik werk voor de Volkskrant aan een artikel over Backme, in mijn ogen het belangrijkste crowdfundingplatform voor mensen die ingaan tegen het dominante maatschappelijke discours. Daarvoor heb ik onder meer uitgebreid gesproken met de oprichter van Backme, Ahmed Aarad. Ik ben erg benieuwd hoe belangrijk Backme nu precies is voor de mensen die hier een donatiepagina hebben. Waarom hebben ze deze stap gezet? Hoeveel verdienen ze ongeveer aan de donaties? En welk effect heeft dit donatiesysteem op hun manier van werken? Zou u daar iets over willen zeggen?”
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
Klaagster stelt – kort samengevat – het volgende. Zij wordt in het artikel neergezet als radicaal- rechts. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de kop op de cover, waarin wordt gesuggereerd dat iedereen die zich met Backme associeert radicaal-rechts is. Dit is ten onrechte. Zij komt op voor vrouwenrechten en is het in dat verband niet eens met het dominante discours, zoals de media dat hebben gecreëerd, rondom mannen die claimen trans te zijn. Doordat het opkomen voor vrouwenrechten gelijkgesteld wordt aan transfobisme en vervolgens aan extreemrechts is sprake van framing. Alle vrouwen die zich zorgen maken over de transgenderwetgeving worden hierdoor verdacht en onwaardig om gehoord te worden.
Volgens klaagster waren voorafgaand aan het interview de journalistieke bedoelingen niet duidelijk. Het interview zou weliswaar gaan over haar ervaringen met een donatieplatform voor mensen die ingaan tegen het dominante discours, maar haar was niet bekend dat in het artikel alle ervaringen zouden worden verpakt in een boodschap over extreemrechts. De uiteindelijke strekking is dus anders dan haar werd voorgespiegeld. Klaagster is misleid; zij had niet meegewerkt, als zij dit vooraf had geweten. Daarom heeft zij ook haar medewerking opgezegd toen zij de concepttekst ter inzage ontving. Zij meent dat de Volkskrant daarom het interview met haar niet had mogen publiceren.
Daarbij komt dat de publicatie feitelijke onjuistheden bevat. Zo betrof haar trip naar Wenen geen internationale betoging tegen transrechten, maar een bijeenkomst waar vrouwen ervaringen deelden over huidige en dreigende inperking van vrouwenrechten.
Door haar te framen als extreemrechts heeft zij reputatie- en financiële schade geleden. Bovendien wordt in algemene zin afbreuk gedaan aan het opkomen voor vrouwenrechten. De publicatie heeft bijgedragen aan onder meer beledigingen, bedreigingen en vandalisme, aldus klaagster.
De Volkskrant heeft daar – eveneens kort samengevat – het volgende tegenover gesteld. Voorafgaand aan het interview was duidelijk dat het artikel zou gaan over de invloed van Backme als ‘het belangrijkste crowdfundingplatform voor mensen die ingaan tegen het dominante maatschappelijke discours’. De strekking van het artikel komt overeen met het interviewverzoek. Mede gelet op de portrettengalerijen op de homepagina van Backme en de online promotiecampagne voor het platform, kon het bovendien voor klaagster geen verrassing zijn dat veel Backme-gebruikers er (radicaal-)rechtse opvattingen op nahouden, zodat zij kon verwachten dat dit in de publicatie aan de orde zou komen.
In de publicatie wordt nergens, direct dan wel indirect, gesteld dat de mening van klaagster gezien kan worden als radicaal-rechts. Haar mening wordt enkel als extreem of niet-gangbaar gepresenteerd en dat is, ook gelet op de uitlatingen van klaagster op X, terecht. In het artikel worden meerdere groepen gebruikers van Backme genoemd. Daarbij worden sympathisanten van (radicaal-)rechts onderscheiden van andere groepen, zoals mensen die een geluid verkondigen dat sterk afwijkt van het dominante discours. In die laatste categorie valt klaagster en de Volkskrant heeft dat voor de lezers voldoende duidelijk gemaakt. In de passage waarin zij aan het woord komt is niets vermeld over radicaal-rechtse ideeën, desinformatie of complottheorieën.
Ten slotte betwist de Volkskrant dat sprake is van onjuiste berichtgeving. De internationale betoging in Wenen gaat op papier wel in zijn algemeenheid over vrouwenrechten, maar ging in de praktijk vrijwel uitsluitend over de vermeende risico’s van de aanwezigheid en toename van transvrouwen in de samenleving.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
De Raad stelt voorop dat een journalist en zijn redactie vrij zijn in de selectie van nieuws. Het is aan de journalist om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht. Het voorgaande neemt echter niet weg dat de journalist in het algemeen een afweging moet maken tussen het belang dat met een publicatie is gediend en de belangen die eventueel door de publicatie worden geschaad.
Verder geldt dat wanneer journalisten iemand willen interviewen, zij hem of haar zodanig informeren over de aard van de publicatie, dat de te interviewen persoon voldoende geïnformeerd kan beslissen of hij of zij aan die publicatie wil meewerken. Citaten uit interviews mogen vervolgens niet worden gebruikt in een andere context dan de geïnterviewde mocht verwachten, gelet op wat hem door de journalist werd meegedeeld. Wanneer de aard of de inhoud van de publicatie in de loop van het redactieproces zodanig worden gewijzigd, dat niet meer wordt voldaan aan wat de geïnterviewde redelijkerwijs mocht verwachten, moet hem of haar opnieuw om toestemming voor publicatie worden gevraagd.
Gelet op de tekst van het interviewverzoek constateert de Raad dat klaagster bewust heeft meegewerkt aan een publicatie over het belang van het donatiesysteem van Backme voor het verkondigen van meningen die ingaan tegen het dominante maatschappelijke discours. In het geval van klaagster betreft dit haar kritiek op de ontwikkelingen rondom transpersonen tegen de achtergrond van vrouwenrechten. Het interviewverzoek is helder en komt overeen met de strekking van de publicatie. Van misleiding is geen sprake. De informatie uit het interview is niet gebruikt in een andere context dan klaagster mocht verwachten, zodat voor de Volkskrant geen aanleiding bestond om klaagster opnieuw om toestemming te vragen alvorens tot publicatie over te gaan.
De Raad vindt niet dat klaagster wordt neergezet als radicaal-rechts. Weliswaar wordt in de kop op de cover scherp aangezet dat radicaal-rechts op donatieplatform Backme gehoor en gulle gevers vindt, maar dit is een vergroving van de inhoud van de publicatie. Daarmee worden de grenzen van journalistieke zorgvuldigheid alleen overschreden als de kop geen grond vindt in het artikel. Daarvan is hier geen sprake.
In het artikel zelf staat dat “Backme, dat werd ontwikkeld met subsidies van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en de Europese Commissie, steeds meer een verzamelplaats [is] geworden voor sympathisanten van (radicaal-)rechts, distributeurs van desinformatie en complottheorieën, en mensen die anderszins een geluid verkondigen dat sterk afwijkt van het dominante discours in de ‘mainstreammedia’”. Vervolgens komen voorbeelden van de verschillende categorieën gebruikers aan de orde. Voor de lezer is hiermee voldoende duidelijk gemaakt dat klaagster behoort tot de groep die een geluid verkondigt dat sterk afwijkt van het dominante discours in de ‘mainstreammedia’. Zij wordt noch in de passage die haarzelf betreft, noch elders in de publicatie in verband gebracht met (radicaal-)rechts.
Uit de stukken blijkt dat klaagster voorafgaand aan de publicatie de kans heeft gekregen om eventuele onjuistheden recht te zetten. Voor zover de aard van de bijeenkomst in Wenen al onjuist is weergegeven, had klaagster dat kunnen corrigeren. Dat zij van die mogelijkheid geen adequaat gebruik heeft gemaakt, maar in plaats daarvan ervoor heeft gekozen haar medewerking op te zeggen, komt voor haar eigen rekening en risico.
Het voorgaande leidt ertoe dat de klacht ongegrond is.
Relevante punten uit de Leidraad: A., B.1, en C.
Relevante eerdere conclusies (onder meer): RvdJ 2024/14, RvdJ 2022/24 en RvdJ 2019/40
CONCLUSIE
De klacht is ongegrond.
Zo vastgesteld door de Raad op 13 december 2024 door mr. S. Djebali, voorzitter, R. Duiven, J. Hoogenberg, M. ten Katen en E.J. Schievink, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. G.A. van de Sluis, plaatsvervangend secretaris.