2024/25 Deels gegrond / Deels ongegrond

F. Oreel / de hoofdredacteur van Omroep Zeeland

Samenvatting

Omroep Zeeland heeft in het artikel “Jan Lonink: ‘Uitblijven onderzoek naar problemen PvdA Vlissingen beschadigt mensen’” bericht over de visie van oud-burgemeester Lonink op het uitblijven van een rapport over de problemen binnen de Vlissingse PvdA. Het toepassen van wederhoor bij F. Oreel (klaagster) was niet nodig voor zover er werd bericht over beschuldigingen die al eerder waren gepubliceerd, waarbij zij de gelegenheid tot wederhoor heeft gekregen. In zoverre is de klacht ongegrond. Dit is anders voor uitspraken van Lonink die niet eerder gepubliceerde aantijgingen aan het adres van klaagster bevatten. Gezien de ernst van die beschuldigingen had Omroep Zeeland moeten proberen om klaagster te bereiken voor wederhoor. Op dit punt is de klacht gegrond. De Raad doet de aanbeveling aan Omroep Zeeland om deze conclusie integraal of in samenvatting te publiceren.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van

F. Oreel

tegen

de hoofdredacteur van Omroep Zeeland

Mevrouw F. Oreel (klaagster) heeft op 3 april 2024 een klacht ingediend tegen de hoofdredacteur van Omroep Zeeland. Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van klaagster en Omroep Zeeland betrokken van 10 en 31 mei 2024.

De klacht is behandeld op de zitting van de Raad van 7 juni 2024 in aanwezigheid van klaagster, die werd vergezeld door mevrouw M. Gomperts. Aan de zijde van Omroep Zeeland zijn de heer A. Boxmeer, journalist, en de heer D. Rijsbergen, eindredacteur, verschenen.

DE FEITEN

Op 5 oktober 2023 is op de website van Omroep Zeeland een artikel verschenen met de titel “Jan Lonink: ‘Uitblijven onderzoek naar problemen PvdA Vlissingen beschadigt mensen’”. De intro van het artikel luidt:
“Oud-burgemeester Jan Lonink van Terneuzen vindt het verontrustend dat het rapport dat hij een half jaar geleden geschreven heeft over de problemen binnen de Vlissingse PvdA nog steeds niet is gepubliceerd.”
Het artikel bevat verder onder meer de volgende passage:
“Lonink en De Koster kregen de opdracht om met zo veel mogelijk mensen te praten binnen de PvdA in Vlissingen die actief waren en zijn sinds de huidige fractievoorzitter aantrad. Namen noemt Lonink niet, maar hij doelt op Frances Oreel, waarvan diverse Vlissingse PvdA’ers vinden dat onder haar leiding de PvdA in onrustig vaarwater is terechtgekomen.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag
Dat het rapport nog niet uit is, komt omdat Oreel begin dit jaar een klacht wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag tegen een Vlissingse partijgenoot indiende bij de landelijke PvdA. Het gewestelijk bestuur besloot daarop het eigen onderzoek pas te publiceren als de klacht van Oreel behandeld is. Lonink: “Het uitblijven van ons rapport, dat we naar eer en geweten hebben gemaakt, zorgt voor veel mist en onrust. Ik denk dat mensen hierdoor worden beschadigd.”
De oud-burgemeester merkt op dat De Koster en hij tijdens hun vele gesprekken nooit iets hebben gehoord over het vermeende seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ook vindt hij het raar dat de klacht niet strafrechtelijk is gemeld. Over de problemen die de afgelopen jaren binnen de Vlissingse PvdA zijn ontstaan, zegt hij. “Ik constateer dat er allerlei mensen boos en teleurgesteld zijn vertrokken, maar dat er één vaste factor is gebleven.

Klaagster heeft eerder een klacht bij de Raad ingediend tegen dit artikel, tegelijkertijd met een klacht tegen artikelen van Omroep Zeeland van 19 juli 2023 en 16 oktober 2023. In de conclusie van de Raad van 16 januari 2024 (RvdJ 2024/4) heeft de Raad de klacht tegen het artikel van 5 oktober 2023 niet inhoudelijk behandeld, omdat klaagster haar bezwaren niet eerst aan Omroep Zeeland had voorgelegd.

DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

Klaagster stelt – samengevat – het volgende. Naar aanleiding van de conclusie van de Raad van 16 januari 2024 heeft zij haar bezwaren tegen het artikel van 5 oktober 2023 alsnog aan Omroep Zeeland voorgelegd. Omroep Zeeland heeft ten onrechte geen contact met haar opgenomen voor wederhoor. Zij had op vijf punten uit het artikel willen reageren. Het eerste punt is dat feitelijk onjuist door Lonink wordt gesuggereerd dat er een onderzoek is gestart naar haar functioneren. Het onderzoek ging echter over het functioneren van bestuur en fractie. Het tweede punt is dat diverse Vlissingse PvdA’ers zouden vinden dat onder haar leiding de partij in onrustig vaarwater is gekomen. Dat is eenzijdig geformuleerd, zonder de andere kant van het verhaal te vertellen, en onvolledig, omdat de onrust binnen de PvdA niet van recente datum is en al tientallen jaren bestaat. Het derde punt is dat Lonink haar naam als slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag openbaar heeft gemaakt. Omroep Zeeland heeft dit gepubliceerd zonder ermee rekening te houden dat haar belangen daardoor onevenredig werden geschaad. Het vierde punt is de uitspraak van Lonink dat hij en De Koster niets hadden gehoord over het vermeende seksueel grensoverschrijdend gedrag en dat hij het raar vindt dat de klacht niet strafrechtelijk is gemeld. Tijdens het onderzoek van Lonink en De Koster is met meerdere mensen gesproken over haar klacht betreffende seksueel grensoverschrijdend gedrag, onder meer tijdens haar interview met de commissieleden. Bovendien wordt ten onrechte door Lonink in twijfel getrokken dat het echt is gebeurd, omdat klaagster niet naar de politie zou zijn gestapt. Lonink heeft er overigens geen weet van of al dan niet aangifte is gedaan. Het vijfde punt waarop Omroep Zeeland wederhoor had moeten toepassen is de constatering van Lonink dat allerlei mensen boos en teleurgesteld zijn vertrokken, maar dat er één vaste factor is gebleven. In een gedegen onderzoek zou nooit een conclusie worden getrokken op basis van zo’n constatering. De uitspraak is veel te kort door de bocht en kan niet op die manier uit een onafhankelijk en zorgvuldig uitgevoerd rapport komen.
Op de zitting voegt klaagster toe dat zij niet wil ingaan op het aanbod tot een interview door Omroep Zeeland, omdat de omroep op voorhand voorwaarden aan het interview stelt.

Omroep Zeeland stelt hier – eveneens samengevat – het volgende tegenover. Aanleiding voor de omroep om over klaagster te berichten is dat er al langer binnen de Vlissingse PvdA onrust bestaat. Hierover zijn meerdere artikelen verschenen. Het artikel van 5 oktober 2023 staat dus niet op zichzelf.
Omroep Zeeland heeft een genereus aanbod aan klaagster gedaan, om in een artikel haar visie op de problemen binnen de PvdA Vlissingen uit de doeken te doen. Dat de omroep zich hierbij het recht voorbehoudt om haar journalistieke plicht te doen, namelijk het stellen van aanvullende vragen over onder meer de huidige stand van zaken binnen de partijafdeling, is evident. Helaas is dit onacceptabel voor klaagster. Op de zitting voegt Omroep Zeeland hieraan toe dat er geen wederhoor is toegepast voor het artikel van 5 oktober 2023. De omroep heeft de inschatting gemaakt dat dit niet nodig was, gelet op de reeks waarvan het artikel deel uitmaakt.
Daarbij komt dat in het artikel niet de suggestie is gewekt dat er een onderzoek naar het functioneren van klaagster is gestart. In het artikel staat juist dat Lonink en De Koster de opdracht kregen om met zo veel mogelijk mensen te praten binnen de PvdA in Vlissingen die actief waren en zijn sinds de huidige fractievoorzitter aantrad. Verder is de omroep niet verantwoordelijk voor wat Lonink al dan niet zou suggereren en zijn de uitspraken van Lonink voor zijn rekening gelaten. Klaagster mag vinden dat de zinsnede “diverse Vlissingse PvdA’ers vinden dat onder haar leiding de PvdA in onrustig vaarwater is terechtgekomen” eenzijdig is geformuleerd, maar dat maakt het gevoel van diverse partijleden niet minder waar. Ten slotte heeft Omroep Zeeland niet als eerste de naam van klaagster gepubliceerd als slachtoffer van (vermeend) seksueel grensoverschrijdend gedrag, de PCZ heeft dat eerder gedaan.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

Blijkens het klaagschrift en de toelichting op de zitting is de kern van de klacht dat Omroep Zeeland ten onrechte geen wederhoor aan klaagster heeft gevraagd ten aanzien van de volgende punten:
1.      de suggestie van Lonink dat een onderzoek is gestart naar het functioneren van klaagster;
2.      de bewering dat diverse Vlissingse PvdA’ers vinden dat onder de leiding van klaagster de partij in onrustig vaarwater is gekomen;
3.      het openbaar maken van de naam van klaagster als slachtoffer van (vermeend) seksueel grensoverschrijdend gedrag;
4.      de uitspraak van Lonink dat hij en De Koster niets hadden gehoord over het seksueel grensoverschrijdend gedrag en dat hij het raar vindt dat de klacht niet strafrechtelijk is gemeld;
5.      de constatering van Lonink dat allerlei mensen boos en teleurgesteld zijn vertrokken, maar dat er één vaste factor is gebleven.
De Raad zal zich tot deze kern beperken.

Eerder heeft de Raad overwogen dat er grenzen zijn aan de inspanningen die een journalist zich moet getroosten om bij een voorgenomen publicatie in contact te komen met een beschuldigde aan wie de gelegenheid tot wederhoor moet worden geboden. Als een beschuldigde niet reageert op herhaalde en reële pogingen tot contact, komt er een moment dat die grens is bereikt. Daarbij komt dat sprake kan zijn van een zodanige actuele gebeurtenis, dat de voorgenomen publicatie niet te lang kan worden uitgesteld. Dit neemt niet weg dat naarmate de geuite beschuldigingen in de voorgenomen publicatie in ernst en zwaarte toenemen, van een journalist kan worden gevraagd zich meer in te spannen om de beschuldigde te bereiken en daadwerkelijk gelegenheid te bieden te reageren. Dat geldt helemaal als de noodzaak van onmiddellijke publicatie minder lijkt te tellen.

Ad 1-3
Niet ter discussie staat dat Omroep Zeeland voorafgaand aan het artikel van 5 oktober 2023 geen pogingen heeft ondernomen om klaagster voor wederhoor te bereiken. Met Omroep Zeeland is de Raad van oordeel dat het toepassen van wederhoor niet nodig was ten aanzien van punten 1, 2 en 3.
Voorafgaand aan de publicatie van 19 juli 2023 is klaagster door Omroep Zeeland in de gelegenheid gesteld om te reageren op het onderzoek en de onrust binnen de Vlissingse PvdA. Ook werd al in dat artikel benoemd dat klaagster een klacht heeft ingediend wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag tegen een mannelijke partijgenoot. De Raad heeft de klacht van klaagster over het niet (voldoende) toepassen van wederhoor ten aanzien van het artikel van 19 juli 2023 eerder ongegrond verklaard (RvdJ 2024/4).
Gelet op de samenhang van de artikelen, is de klacht in zoverre ongegrond.

Ad 4 en 5
Het had echter wel op de weg van Omroep Zeeland gelegen contact met klaagster op te nemen voor wederhoor over de uitspraken van Lonink die zijn weergegeven onder punt 4 en 5. Het gaat hier om nieuwe – niet eerder door de omroep gepubliceerde – aantijgingen aan klaagsters adres. Dat de omroep slechts het standpunt van Lonink weergeeft betekent in dit geval niet dat de omroep geen wederhoor hoefde toe te passen.  Klaagster is niet eerder in de gelegenheid geweest om op de aantijgingen te reageren, terwijl haar belang zodanig wordt geraakt dat het toepassen van wederhoor op zijn plaats was geweest.
De omroep mocht niet redelijkerwijs ervan uitgaan dat klaagster, gelet op haar eerdere opstelling, zou weigeren op nieuwe beschuldigingen te reageren, in welk geval niet kon worden verlangd dat de redactie klaagster nogmaals zou benaderen. De door Omroep Zeeland geschetste ervaringen met klaagster bieden daarvoor onvoldoende aanleiding. Omroep Zeeland had klaagster kunnen bellen of haar op een andere wijze, bijvoorbeeld via e-mail, kunnen benaderen. Dat is echter niet gebeurd en daarom is de klacht op deze punten gegrond.
Het siert het Omroep Zeeland dat zij klaagster heeft aangeboden om in een interview haar visie op de problemen binnen de PvdA Vlissingen te geven, maar dat doet aan het voorgaande niet af.

Relevant punt uit de Leidraad: B.3.
Relevante eerdere conclusies (onder meer): RvdJ 2024/13, RvdJ 2024/5, RvdJ 2024/4, RvdJ 2021/10 en RvdJ 2018/43

CONCLUSIE

Voor zover de klacht betrekking heeft op het niet-toepassen van wederhoor ten aanzien van twee niet eerder gepubliceerde aantijgingen aan het adres van klaagster, is deze gegrond. Voor het overige is de klacht ongegrond.

De Raad doet de aanbeveling aan Omroep Zeeland om deze conclusie integraal of in samenvatting te publiceren.

Zo vastgesteld door de Raad op 3 september 2024 door mr. J.J. van Eck, voorzitter, S.A. Agterberg, M. ten Katen, L.M. van de Langenberg MSc en E.J. Schievink, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. G. Kamminga, plaatsvervangend secretaris.