De Mores: Jelle Brandt Corstius en het verschil tussen een brief en een artikel

Frits van Exter
Voorzitter Raad voor de Journalistiek
In haar verweer betoogde de hoofdredactie van Trouw, bij monde van haar advocaat, dat de bijdrage van Jelle Brandt Corstius (kop: Ik ook. Maar ik kan het niet vertellen) een ingezonden brief was. Zij was niet op verzoek maar op eigen initiatief geschreven. ‘Een brief verkondigt de mening of vertelt het verhaal van een derde. Daarom bestaat er een verhoogde drempel voor het gegrond achten van klachten over het plaatsen van een ingezonden brief’, aldus raadsman J.P. van den Brink. Hij verwees naar een uitspraak van de Raad dat ‘alleen onder bijzondere omstandigheden’ de plaatsing van een brief onzorgvuldig kan zijn.
De klager en zijn advocaat verwierpen dit. Jelle Brandt Corstius is immers journalist en een regelmatige medewerker van Trouw. Het doet er niet toe wie het initiatief nam. De hoofdredactie had zich bovendien actief bemoeid met het artikel: zij had besloten een eerste versie van het artikel niet te publiceren na het inwinnen van wederhoor bij Van Dam en na sommaties van zijn advocaat. Tenslotte verscheen het artikel prominent met foto op de voorpagina, vele pagina’s verwijderd van de rubriek voor ingezonden brieven - de gemiddelde abonnee zou het niet snel zo ver schoppen. De hoofdredactie is, volgens Van Dam, dan ook volledig verantwoordelijk en had de tekst nooit zo mogen publiceren.
De Raad voor de Journalistiek beaamt dat de hoofdredactie verantwoordelijk is voor de plaatsing van ingezonden brieven, maar zij kan zich daarbij meer vrijheden veroorloven. Belangrijker dan de vraag wat het goede label is - of het een brief, bericht, commentaar of column is - is de vraag of het de lezers voldoende duidelijk is wat voor soort stuk het is. De aard van de bijdrage van Jelle Brandt Corstius was duidelijk: het ging om zijn persoonlijke ervaringen en niet om feitelijke verslaggeving.
Het maakt veel verschil of het om de feiten of de mening gaat. Aan het werk van journalisten mag je allerlei zorgvuldigheidseisen stellen, de vrijheid van meningsuiting is van een andere categorie. Slechts als er sprake is van ernstige beschuldigingen aan het adres van personen, dient de redactie te onderzoeken of daarvoor een feitelijke grond bestaat en wederhoor te vragen.
Een beschuldiging van verkrachting is ernstig genoeg. Maar de Raad heeft zich niet uitgesproken over de mogelijke consequenties, omdat Gijs van Dam in het artikel niet bij naam wordt genoemd. De belangrijkste vraag was immers of Trouw er voor verantwoordelijk kan worden gehouden dat zijn naam enkele dagen na publicatie wel naar buiten kwam. Nadat de Raad had geconcludeerd dat zijn identiteit in het artikel onvoldoende herleidbaar was voor het grote publiek, deden vragen naar de feiten, het wederhoor en de vraag of het een ingezonden brief was, er eigenlijk niet meer toe.
Tips:
- Maak duidelijk wat de aard van een artikel is. Het maakt verschil of het om de feiten of de mening gaat.
- Publiceer je voorwaarden voor het plaatsen van ingezonden brieven en maak duidelijk hoe je te werk gaat in selectie en bij het redigeren.
- Lees de Leidraad over het plaatsen van ingezonden brieven en reacties.
- Lees de conclusie over de klacht tegen Trouw.
- Hero Brinkman versus Elsevier: een zeldzaam voorbeeld waarin de Raad een klacht over een opinie gegrond vindt.
- Lees de eerdere aflevering van De Mores over Jelle Brandt Corstius.
Frits van Exter is voorzitter van de Raad voor de Journalistiek. Hij heeft geen stem in de beoordeling van klachten en verwoordt hier zijn persoonlijke mening. Hij werkte vele jaren bij Trouw, ook als hoofdredacteur.
Reacties
Nog geen reacties
Wij stellen prijs op een pluriform debat, uw reactie is daarom van harte welkom. Wel hanteren wij een aantal spelregels:
Reacties die niet aan deze spelregels voldoen, worden niet geplaatst. Bent u van mening dat een bepaalde reactie van een ander verwijderd moet worden, stelt u ons daarvan dan op de hoogte via raad@rvdj.nl.