Samenvatting
De Volkskrant heeft met de publicatie van het artikel met de kop “Een geheim pedofielennetwerk hoeft niet te bestaan om slachtoffers te maken” (website) en de kop “Anatomie van een complottheorie” (papieren versie) bericht over een kwestie waarbij M.L. van Muiswinkel en haar dochter (klaagsters) zijn betrokken. Gelet op de gekozen insteek en de structuur van de berichtgeving stond het de Volkskrant vrij om een eigen selectie van nieuws te maken. Hoewel in het artikel enkele ongelukkige formuleringen zijn gebruikt, die – gelet op de gevoeligheid van het onderwerp – beter vermeden hadden kunnen worden, bevat de publicatie in zijn geheel bezien geen zodanig vertekend beeld of onzorgvuldige weergave van de kwestie, dat daarmee sprake is van niet-waarheidsgetrouwe of tendentieuze berichtgeving. De klacht is daarom ongegrond.
Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van
M.L. van Muiswinkel en ‘Lisa’
tegen
de hoofdredacteur van de Volkskrant
Mevrouw M.L. van Muiswinkel en haar dochter ‘Lisa’ te Den Haag (klaagsters) hebben op 19 maart 2024 een klacht ingediend tegen de hoofdredacteur van de Volkskrant. Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van partijen betrokken van 29 maart 2024, 3 april 2024 en van 1 en 10 mei 2024. Na verzoek van de secretaris heeft de Volkskrant het verweerschrift ingekort ingediend op 1 mei 2024.
De klacht is behandeld op de zitting van de Raad van 5 juli 2024 in aanwezigheid van klaagsters en de heer mr. I. van Straalen, advocaat. Namens de Volkskrant zijn mevrouw A. Stoffelen, journalist, mevrouw A. Kranenberg, adjunct-hoofdredacteur, en de heer mr. J. Baars, senior jurist DPG Media, verschenen. Partijen hebben hun standpunten toegelicht aan de hand van notities.
DE FEITEN
Op 9 december 2023 heeft de Volkskrant op haar website een artikel van de hand van Stoffelen gepubliceerd met de kop “Een geheim pedofielennetwerk hoeft niet te bestaan om slachtoffers te maken. De intro van het artikel luidt:
“Een pedofielennetwerk zou Lisa hebben verkracht en haar baby hebben vermoord, vertelde moeder Marlies in Argos. Na vijf jaar onderzoek en ophef, wordt Marlies veroordeeld voor smaad, opruiing en dwang. Wie al die tijd niet werden gehoord, zijn de mensen wier naam werd besmeurd.”
Het artikel bevat verder de volgende passages:
“Nu, vijf jaar later, zijn het niet deze zogenaamde kinderverkrachters die zich voor de rechtbank moeten verantwoorden. Het is moeder Marlies van M. (59) zelf. Vrijdag is zij door de rechtbank in Breda veroordeeld tot een werkstraf van 180 uur en twee maanden voorwaardelijke celstraf wegens smaad, opruiing en dwang. In het vonnis wordt Van M. verweten ‘voor eigen rechter te spelen’.”
en:
“Wie al die tijd niet werden gehoord, zijn de mensen wier naam werd besmeurd. Enkele van hen vertellen nu de Volkskrant over hun ervaringen – anoniem, omdat ze veel last hebben van de valse beschuldigingen.”
en:
“Podium voor complotdenkers
Wel valt op dat Argos enkele voor de hand liggende vragen niet behandelde. Bijvoorbeeld: hoe kan een moeder niet merken dat haar inwonende tienerdochter zwanger is en later bevalt van een baby? En waarom was het Marlies en haar twee andere kinderen jarenlang niet opgevallen dat haar ex-man haar dochters ‘s nachts mee zou hebben genomen naar allerlei locaties om haar te laten misbruiken? Voor dat laatste kwam Van M. twee jaar later met een bijzondere verklaring: “Wij lagen gedrogeerd. (…)”
en:
“Onderzoekscommissie
(…) Die commissie kwam eind 2022 met zijn conclusie: er zijn geen aanwijzingen voor het bestaan van een satanisch netwerk van kindermisbruikers. Dat daar toch anderhalf jaar onderzoek naar is gedaan, terwijl feitelijke aanknopingspunten voor het bestaan van zo’n netwerk ontbraken, was volgens voorzitter Hendriks te danken aan Argos.”
en:
“Met opzet verzwijgen
Het rapport van de commissie-Hendriks lijkt in Den Haag in een diepe la te zijn verdwenen. Een jaar na dato is het stuk nog niet in de Tweede Kamer bespreken. Maar terwijl het gesprek over ritueel misbruik in de politiek en in serieuze media goeddeels lijkt uitgedoofd, is er in een ander circuit onverminderd belangstelling voor. Het complotdenkersplatform Black Umbrellas hamert via sociale media onvermoeibaar op het gevaar van satanisch ritueel misbruik via video’s met dreigende koppen als ‘Where is the baby of Lisa?’”
Diezelfde dag is in de papieren versie van de Volkskrant een nagenoeg gelijkluidend artikel verschenen onder de kop “Anatomie van een complottheorie”.
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
Klaagsters stellen – kort samengevat – het volgende. De Volkskrant heeft in strijd met algemene journalistieke waarden gehandeld omdat het artikel een onjuiste weergave van de werkelijkheid geeft, relevante feiten die de inhoud ervan tegenspreken negeert en getuigt van een eenzijdige blik op een gecompliceerd en belangrijk onderwerp.
Klaagsters lichten toe dat Stoffelen in het artikel tendentieuze, misleidende en stigmatiserende termen bezigt. De formulering van de kop “Anatomie van een complottheorie” is daarvan een voorbeeld. Met de term ‘complottheorie’ wordt aan het artikel bewust de teneur gegeven dat ‘het verhaal van Lisa’ (waarnaar die term verwijst) onwaar zou zijn, terwijl de term ‘anatomie’ (ontleedkunde) suggereert dat daar minutieus onderzoek aan ten grondslag zou liggen. Het artikel bevat echter geen kundige ontleding. Wel blijkt uit het artikel dat enkele complotdenkers met het verhaal van Lisa aan de haal zijn gegaan. Maar dit wil niet zeggen dat het verhaal zelf een complottheorie betreft, zoals de kop suggereert. De kwalificatie ‘complottheorie’ is beschadigend en ongepast in een geval zoals dit, waarin geen onderzoek gedaan is naar het waarheidsgehalte van het verhaal. Dit geldt temeer omdat de feitelijke onderbouwing van het gediskwalificeerde verhaal vrijwel geheel wordt verzwegen.
Het is misleidend en een onjuiste weergave van de werkelijkheid dat slechts een (deel)conclusie van de commissie Hendriks in het artikel wordt genoemd en niet de belangrijkste en centrale conclusie. Deze luidt namelijk dat het “onomstotelijk vaststaat dat georganiseerd sadistisch kindermisbruik in Nederland bestaat”. De in het artikel aangehaalde (deel)conclusie dat er geen aanwijzingen zijn voor het bestaan van een satanisch netwerk van kindermisbruikers is bovendien misleidend en onjuist, omdat het suggereert dat in het geval van Lisa sprake zou zijn van satanisch misbruik, terwijl dit geen kenmerkend component is in haar verhaal. Ook de woordkeuze van het woord ‘bijzonder’ in de zin: “Voor dat laatste kwam Van M. twee jaar later met een bijzondere verklaring: “Wij lagen gedrogeerd.”” is een voorbeeld van misleidende en onjuiste berichtgeving. Het drogeren van slachtoffers is namelijk helemaal niet ongebruikelijk in dit soort situaties. Dat wordt ook bevestigd door deskundigen. Alle voorgaande informatie is genegeerd, omdat het blijkbaar niet paste in de opzet van dit artikel over verzonnen kindermisbruik. Verder heeft de journalist door klaagsters vooraf verstrekte informatie genegeerd over medische bevindingen ten aanzien van de zwangerschap van Lisa en een dik Hoffmann rapport dat haar verhaal ondersteunt.
Bovendien heeft Stoffelen feiten verzwegen die een genuanceerder beeld hadden geschetst van de kwestie als geheel. Met name ten aanzien van de rechtszaak waarin Van Muiswinkel terechtstond zijn veel aspecten onvermeld gebleven. Dit heeft geresulteerd in een partijdige lezing van de rechtszaak die past binnen de teneur van het artikel.
Daarnaast bevat het artikel feitelijke onjuistheden zoals dat het rapport van de commissie Hendriks in een diepe la ‘lijkt’ te zijn verdwenen. Hoewel Stoffelen voorafgaand aan de publicatie erop gewezen is dat wel degelijk politieke actie is ondernomen naar aanleiding van het rapport, heeft zij ervoor gekozen om op deze manier te berichten. Behalve dat het feitelijk onjuist is, is het ook misleidend en draagt het bij aan het – voor klaagsters beschadigende – karakter van de publicatie.
Verder heeft de Volkskrant onzorgvuldig gehandeld omdat geen wederhoor bij Lisa (als slachtoffer) is toegepast, terwijl dat essentieel is bij verhalen zoals deze, die zeer beschadigend kunnen zijn voor de betrokkenen, aldus klaagsters.
De Volkskrant heeft daar – eveneens samengevat – het volgende tegenover gesteld. Anders dan klaagsters lijken te menen, behelst het artikel geen journalistiek onderzoek naar de vraag wat er precies met Lisa in het verleden is gebeurd. In het artikel staat centraal wat de verstrekkende consequenties kunnen zijn als niet bewezen beschuldigingen de wereld in worden gebracht door een serieus journalistiek medium. Het is een gelaagd, maatschappelijk relevant verhaal in tijden waarin complottheorieën rondwaren; het laat zien hoe dergelijke theorieën invloed kunnen hebben op politieke besluitvorming en het publieke debat. In dat opzicht dekt de kop de lading: het verhaal van Lisa is door complotdenkers omarmd en zo zal de lezer dat ook begrijpen. Daarbij staat het de Volkskrant vrij om zelf een selectie te maken van wat zij publiceert. Het ontbreken van aandacht voor bepaalde zaken kan derhalve geen onzorgvuldigheid opleveren, zolang alle belangen van betrokkenen in ogenschouw zijn genomen. De Volkskrant bestrijdt daarbij dat zij vooringenomen is geweest.
Ten aanzien van de aantijging dat Stoffelen medische bevindingen omtrent de zwangerschap van Lisa heeft genegeerd, merkt de Volkskrant op dat zij zich in de berichtgeving zowel heeft gebaseerd op dossierstukken die Van Muiswinkel zelf heeft verstrekt als op de bespreking van de strafzaak tegen van Muiswinkel waar dit punt ook aan de orde is gekomen. Ook bestrijdt de Volkskrant niet zorgvuldig te hebben bericht over de consequenties van het Hoffmann-rapport. Hierbij heeft de journalist zich gebaseerd op juridische stukken.
Wat betreft de beschuldiging dat Stoffelen niet de belangrijkste conclusie van de commissie Hendriks heeft opgenomen in haar artikel, stelt de Volkskrant zich op het standpunt dat het artikel niet gaat over georganiseerd kindermisbruik in zijn algemeenheid, maar over hoe beschuldigingen van georganiseerd ritueel misbruik in deze specifieke casus een eigen leven zijn gaan leiden.
De Volkskrant benadrukt dat het haar in alle bovengenoemde gevallen vrijstaat om zelf een selectie te maken van relevante feiten.
Dat het rapport Hendriks ‘in een diepe la [lijkt] te zijn verdwenen’ is een spreekwoordelijke manier om uit te drukken dat er weinig politieke urgentie lijkt te worden gegeven aan het onderwerp. Aangezien het rapport een jaar na verschijning nog niet eens was besproken in het parlement, is dat een gerechtvaardigde uitdrukking en is van misleiding geen sprake.
Ten slotte voert de Volkskrant aan dat het beginsel van hoor en wederhoor niet absoluut is. Aangezien het artikel gaat over de gevolgen van de beschuldigingen die door Van Muiswinkel zijn geopenbaard, is zij om wederhoor gevraagd. Haar dochter wordt niet beschuldigd of op een dergelijke wijze in de publicatie betrokken, dat ook aan haar wederhoor gevraagd had moeten worden. Daarbij komt dat, zoals ook uit de ondertekening van de klacht blijkt, Van Muiswinkel steeds optreedt als vertegenwoordiger van haar dochter.
De Volkskrant concludeert dat het artikel voldoet aan de journalistieke maatstaven zoals vastgelegd in de Leidraad van de Raad.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
De klacht betreft in de kern dat in het artikel niet alle relevante informatie is verwerkt, een onjuiste weergave van de werkelijkheid wordt gegeven en een eenzijdig beeld wordt geschetst van de kwestie waarin het verhaal van Lisa centraal staat. De Raad zal zich bij de beoordeling tot deze kern beperken.
De Raad stelt voorop dat de journalist en zijn redactie vrij zijn in de selectie van nieuws. Het is aan de journalist om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht. Dat neemt niet weg dat de journalist het belang dat met een publicatie is gediend, heeft af te wegen tegen de belangen die eventueel door de publicatie worden geschaad. Hierbij geldt tevens het uitgangspunt dat journalisten eenzijdige en tendentieuze berichtgeving dienen te vermijden.
De Raad stelt vast dat het artikel geen weergave is van een uitputtend feitelijk onderzoek naar (het waarheidsgehalte van) het verhaal van Lisa, maar een onderzoek naar de gevolgen van de openbaarmaking van dat verhaal. Gelet op deze insteek en de structuur die daarbij is gekozen, heeft de Volkskrant niet onzorgvuldig gehandeld door niet alle informatie die naar de mening van klaagsters voor hun relaas relevant is, te verwerken in het artikel. Verder is niet gebleken dat het artikel relevante feitelijke onjuistheden bevat. Voor zover sprake is van omissies, zijn die niet van zodanige aard dat daardoor de berichtgeving niet-waarheidsgetrouw is.
De Raad kan zich voorstellen dat de door de Volkskrant gekozen invalshoek, waarbij het verhaal van Lisa is omschreven als ‘valse’ beschuldigingen, voor klaagsters onaangenaam is. Gelet op de gevoeligheid van het onderwerp had de Volkskrant wellicht meer terughoudend en in neutralere formuleringen, en niet met gebruikmaking van zo’n kwalificatie, over de kwestie kunnen berichten.
Het artikel in zijn geheel bezien biedt echter onvoldoende aanleiding voor de conclusie dat met de publicatie een zodanig vertekend beeld of onzorgvuldige weergave van de kwestie is gegeven, dat daarmee sprake is van eenzijdige of tendentieuze berichtgeving.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de klacht ongegrond is.
Relevant punt uit de Leidraad: A.
Relevante eerdere conclusies (onder meer): RvdJ 2023/10 en RvdJ 2014/26
CONCLUSIE
De klacht is ongegrond.
Zo vastgesteld door de Raad op 30 september 2024 door mr. S. Djebali, voorzitter, dr. H.P. Groenhart, L.C. Hauben, drs. M.M. Klaassen en M. Thie, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. E. Hoefnagel, adjunct-secretaris.