2022/8 Zorgvuldig

gemeente Brunssum / de hoofdredacteur van ZO-NWS

Samenvatting

ZO-NWS heeft met de publicatie van het artikel “College Brunssum zwijgt al jaar over details aankoopdeal panden Kerkstraat” niet journalistiek onzorgvuldig gehandeld. De gemeente Brunssum (klaagster) heeft aangevoerd dat ZO-NWS ten onrechte is uitgegaan van de veronderstelling dat na een gemeenteraadsvergadering van oktober 2020 nog vragen beantwoord moesten worden. Voor zover dat al juist is – hetgeen de Raad niet kan vaststellen – kan dat ZO-NWS niet worden toegerekend. Het had op de weg van klaagster gelegen om dit recht te zetten bij de haar geboden mogelijkheid tot wederhoor. Dat klaagster – via haar professionele woordvoerder – niet adequaat heeft gereageerd, komt in dit geval volledig voor haar rekening.
Hoewel ZO-NWS de klacht niet heeft afgehandeld overeenkomstig haar interne klachtprocedure, is dit evenmin onzorgvuldig aangezien zij binnen een redelijke termijn inhoudelijk op de klacht heeft gereageerd.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van

de gemeente Brunssum
 
tegen

de hoofdredacteur van ZO-NWS
 
Mevrouw W.J.F. van der Rijt, burgemeester, heeft op 30 november 2021 namens de gemeente Brunssum (klaagster) een klacht ingediend tegen de hoofdredacteur van ZO-NWS. Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van de heer T. Senden, directeur/hoofdredacteur, betrokken van 27 december 2021.

De klacht is behandeld op de digitale zitting van de Raad van 14 januari 2022. Namens klaagster waren Van der Rijt en de heer F. Castermans, adviseur communicatie van de gemeente Brunssum, aanwezig. ZO-NWS is daar niet verschenen.

DE FEITEN

Op 27 oktober 2021 verscheen op de website van ZO-NWS een artikel met de kop “College Brunssum zwijgt al jaar over details aankoopdeal panden Kerkstraat”. De intro van het artikel luidt:
“Het college van de gemeente Brunssum zwijgt al een jaar over alle feiten en cijfers voor wat betreft de aankoopdeal van vijf panden aan de Kerkstraat waarbij toenmalig waarnemend burgemeester Gerd Leers in 2019 betrokken was. Dit ondanks een eerdere toezegging van burgemeester Wilma van der Rijt aan de gemeenteraad om deze te verstrekken. Dat blijkt uit onderzoek van ZO-NWS.”

Het artikel bevat onder meer de volgende passages:
“In oktober vorig jaar trok VVD-raadslid Jaimy van Dijk fel van leer tijdens een raadsvergadering met betrekking tot de onderhandelingen over en de aankoop van de vijf strategisch gelegen panden in verband met het centrumplan. Gerd Leers kreeg over zijn rol in een onderzoeksrapport van hoofd Financiën van de gemeente Brunssum Raymond Kavsek kritiek te verwerken.”
en:
“”Gerd Leers besloot om een bod van 850.000 euro te doen omdat er, zo heeft hij zelf verklaard, haast geboden was.” De VVD’er werd toentertijd tijdens zijn relaas onderbroken omdat bleek dat andere raadsleden deze informatie klaarblijkelijk nog niet hadden. Van Dijk: “Waar was nou die feitelijke haast? Wij vragen nog één keer aan het college: wij willen een waterdichte boekhouding over deze kwestie. De VVD is geschokt en verbijsterd over de manier van handelen van het college in dit dossier. Die is afkeurenswaardig.””
en:
“Burgemeester Wilma van der Rijt gaf dik een jaar geleden aan de raad aan de vragen omtrent de ontbrekende informatie “te bundelen” voor de partijen die hierom vroegen. “Dan zorg ik voor de antwoorden, maar ik heb deze nu gewoonweg niet.” Dik een jaar later zijn die antwoorden er echter nog steeds niet, blijkt uit een rondgang van ZO-NWS langs verschillende politieke fracties in Brunssum.
Vragen voor duidelijkheid
Deze omroep vroeg burgemeester Wilma van der Rijt (CDA) afgelopen week via de afdeling communicatie van de gemeente Brunssum om duidelijkheid te verschaffen over de kwestie-Kerkstraat. De Brunssumse burgemeester kreeg het volgende voorgelegd: “Het is inmiddels al een jaar geleden dat partijen aanvullende vragen hebben gesteld over openbaarmaking van feiten rondom de aankoopdeal van panden aan de Kerkstraat. Waarom zijn hier tot op heden geen antwoorden over gekomen? Waarom duurt dit zolang? Zit de burgemeester hier nog altijd achteraan dat dit wel gebeurt? En vindt de burgemeester een jaar wachten met antwoorden niet erg lang?” 
Een gemeentewoordvoerder reageerde bijna een week later, op woensdag 27 oktober, uiteindelijk: “Het college van burgemeester en wethouders beantwoordt vragen van de gemeenteraad, en/of verstrekt informatie over deze beantwoording, aan de raad zelf, en niet via de pers. We kunnen daarom deze vragen niet in behandeling nemen.””
 
Aanvankelijk werd het artikel afgesloten met de volgende passage:
“Dit tot grote verbazing van onder andere VVD-raadslid Jaimy van Dijk. “Dit is een bijzonder antwoord van de burgemeester. Ik heb zo vaak op de spreekwoordelijke muur gebeukt om antwoorden te krijgen, maar die zijn er nog steeds niet. Ik steek nu mijn energie in de komende gemeenteraadsverkiezingen en zal hier daarna zeker op terugkomen.””
 
Deze passage is enkele uren later als volgt aangepast:
“Dit tot grote verbazing van onder andere VVD-raadslid Jaimy van Dijk. “Ik steek nu mijn energie in de komende gemeenteraadsverkiezingen en wil in de tijd daarna voorkomen dat dit soort dossiers nog eens zullen bestaan.””

Nog diezelfde dag heeft burgemeester Van der Rijt de hoofdredacteur uitgenodigd voor een gesprek over de totstandkoming van het artikel. Een dag later, op 28 oktober 2021, heeft zij die uitnodiging schriftelijk herhaald, met de vermelding dat zij heeft vastgesteld dat het artikel tendentieus is en de feiten zijn verdraaid.
In zijn reactie van 12 november 2021 heeft Senden onder meer het volgende geschreven:
“U weigert in te gaan op onze vragen en ondermijnt daarmee onze functie als waakhond van de (lokale) democratie. Daarover hebben wij op 27 oktober bericht met correcte weergave van de feiten. Van tendentieuze berichtgeving is overigens geen sprake.
Omdat u onze vragen niet wil beantwoorden heeft de nieuwsredactie van ZO-NWS een WOB-verzoek ingediend. In afwachting van de uitkomsten van dat WOB-verzoek zien wij momenteel geen aanleiding om hierover in gesprek te gaan.”
Daarop heeft Van der Rijt gereageerd op 16 november 2021, waarbij zij heeft laten weten dat zij formeel een klacht wenste in te dienen bij de Stichting ZO-NWS en geïnformeerd wilde worden over de klachtenprocedure.

Op 24 november 2021 heeft Senden aan Van der Rijt meegedeeld dat haar brief van 28 oktober 2021 reeds als klacht was geregistreerd en conform de klachtenprocedure was afgehandeld. Daarbij heeft hij verwezen naar informatie over die procedure op de website van ZO-NWS.

De klachtenprocedure van ZO-NWS bestaat uit 7 stappen, die kort gezegd luiden als volgt:
“1. Klachten kunt u op een eenvoudige manier indienen.
2. De omroep beschikt over een vast aanspreekpunt voor klachten.
3. Uw klacht wordt schriftelijk vastgelegd in een klachtenformulier.
4. De omroep reageert binnen 5 werkdagen op een klacht of bevestigt de ontvangst.
5. Uw klacht wordt geanalyseerd en geëvalueerd, zodat de oorzaak van de klacht wordt achterhaald.
6. Op basis van de analyse en evaluatie wordt zo nodig een
– corrigerende maatregel genomen om de klacht op te lossen;
– preventieve maatregel genomen ter voorkoming (van herhaling).
7. Wanneer er naar aanleiding van een klacht een corrigerende of preventieve maatregel is genomen dan informeren wij u hierover.”

DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

Klaagster stelt, samengevat, het volgende. De berichtgeving is op een onzorgvuldige wijze tot stand gekomen en zet een onjuist, tendentieus beeld neer van het (handelen van het) college van B&W en van de burgemeester in het bijzonder. Ten onrechte wordt de indruk gewekt dat het college van B&W zou zwijgen over alle feiten en cijfers en raadsfracties al een jaar lang niet informeert. De hoofdmoot wordt gevormd door citaten die minstens een jaar oud zijn, terwijl ten aanzien van het onderzoek naar de huidige situatie alleen een “rondgang (…) langs verschillende politieke fracties in Brunssum” wordt genoemd. Er wordt niet medegedeeld welke partijen dit zijn en met wie is gesproken. Als actuele bron wordt alleen Jaimy van Dijk genoemd, die een reactie geeft op het antwoord van de gemeente op de vragen van ZO-NWS. Diens citaat dat hij de antwoorden “nog steeds niet heeft” is enkele uren na publicatie aangepast. Daarmee is de enige feitelijke onderbouwing van de beschuldiging weggevallen.
Verder meent klaagster dat de aan de burgemeester gestelde vragen de indruk van vooringenomenheid wekken. De woordvoerder heeft overeenkomstig het protocol gereageerd. De burgemeester mag niet in gesprek gaan over de beantwoording van informele vragen in lastige dossiers. Media moeten zich daarvoor wenden tot de raadsleden die dergelijke vragen hebben gesteld.
Op de zitting heeft klaagster toegelicht dat de burgemeester in de raadsvergadering van 27 oktober 2020 geen toezeggingen heeft gedaan over een nadere informatieverstrekking. Zij heeft alleen duidelijk gemaakt dat zij op de kwestie wil terugkomen als de gemeenteraad daarom verzoekt. Dat verzoek is niet meer gekomen. ZO-NWS ging er dus ten onrechte van uit dat er nog aanvullende vragen waren gesteld en dat die onbeantwoord zijn gebleven. Omdat dit een aanname was en geen vraag, is daarop niet gereageerd. De journalist had na de reactie kunnen doorvragen. Een juiste berichtgeving is immers een gezamenlijke verantwoordelijkheid, aldus klaagster.
Tot slot vindt klaagster dat de hoofdredacteur na de publicatie op onzorgvuldige wijze verantwoording heeft afgelegd, omdat hij niet is ingegaan op de uitnodiging voor een gesprek en niet heeft gehandeld overeenkomstig de klachtenprocedure van ZO-NWS.

ZO-NWS heeft hier, eveneens samengevat, het volgende tegenover gesteld. Over de zogeheten ‘kwestie-Kerkstraat’ is veel te doen (geweest). Tijdens de gemeenteraadsvergadering van 27 oktober 2020 hebben de fracties van PvdA en VVD laten weten dat zij over relevante informatie beschikten die niet in het dossier was opgenomen. De overige fracties gaven toen te kennen dat zij niet over die informatie beschikten en daarom niet het debat zuiver konden voeren. Burgemeester Van der Rijt heeft daarop meegedeeld dat zij de ingebrachte punten van de PvdA en VVD nader zou onderzoeken en de gemeenteraad daarover verder zou informeren. Op grond van die toezegging heeft ZO-NWS de kwestie het afgelopen jaar nauwlettend gevolgd. Op 21 oktober 2021 heeft zij eerst een eigen onderzoek gedaan bij enkele gemeenteraadsleden. Daaruit kwam naar voren dat de informatie waarover de PvdA en VVD destijds beschikten nog altijd niet was gedeeld met de hele gemeenteraad. Ook bleek dat de verdiepende vragen van die partijen nog niet waren besproken met de gemeenteraad. De burgemeester heeft de gelegenheid gekregen om – in het kader van wederhoor – daarover opheldering te geven, maar heeft dat niet gedaan. Daarmee ondermijnt zij de functie van ZO-NWS als waakhond van de (lokale) democratie. Het artikel is niet tendentieus, maar geeft slechts de feiten weer.
Ten aanzien van de verantwoording achteraf heeft ZO-NWS aangevoerd dat communicatie over de klachtenprocedure niet nodig leek. Er werd immers al uitvoerig schriftelijk met de gemeente gecommuniceerd. Overigens is het niet aan de Raad om een uitspraak te doen over de (wijze van) klachtafhandeling.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

Kern van de klacht is dat de berichtgeving onjuist en tendentieus is, omdat daarin ten onrechte de suggestie is gewekt dat klaagster de gemeenteraad al een jaar lang niet informeert inzake de ‘kwestie-Kerkstraat’.

Klaagster heeft aangevoerd dat ZO-NWS bij haar berichtgeving ten onrechte is uitgegaan van de veronderstelling dat er na de raadsvergadering van 27 oktober 2020 aanvullende vragen ‘open lagen’ en dat de burgemeester heeft toegezegd daarop terug te komen.
ZO-NWS heeft gesteld dat zij eigen onderzoek heeft verricht, waaruit blijkt dat de informatie waarover PvdA en VVD beschikten nog altijd niet was gedeeld met de hele gemeenteraad en dat verdiepende vragen van die partijen niet zijn besproken met de gemeenteraad.
De standpunten van partijen staan derhalve lijnrecht tegenover elkaar en er is geen materiaal voorhanden op grond waarvan de Raad kan bepalen welk standpunt juist is.

Echter, voor zover ZO-NWS al van een onjuiste veronderstelling is uitgegaan, kan dat haar niet worden toegerekend. ZO-NWS heeft klaagster immers de mogelijkheid van wederhoor geboden om zo onjuiste dan wel tendentieuze berichtgeving te voorkomen. De daarbij door ZO-NWS gestelde vragen zijn kritisch van aard, maar journalistiek gebruikelijk. Van een ontoelaatbare vooringenomenheid is niet gebleken.
De Raad ziet niet in waarom klaagster op dat moment de volgens haar onjuiste voorstelling van zaken niet heeft rechtgezet en heeft (doen) volstaan met de in het artikel letterlijk weergegeven reactie. Evenmin valt in te zien waarom ZO-NWS klaagster na die reactie opnieuw had moeten benaderen. Er zijn grenzen aan de pogingen die een journalist in het kader van wederhoor dient te ondernemen. Uit het antwoord van klaagster kan op geen enkele manier worden afgeleid dat zij openstond voor het geven van een nadere reactie.  Dat klaagster – via haar professionele woordvoerder – niet adequaat heeft gereageerd, komt in dit geval voor haar rekening.

Gelet op het voorgaande is de Raad van oordeel dat ZO-NWS niet op onzorgvuldige wijze over de kwestie heeft bericht. Dat ZO-NWS het citaat van Jaimy van Dijk kort na publicatie heeft aangepast, kan daaraan niet afdoen.

Ten aanzien van de klachtafhandeling door de hoofdredactie overweegt de Raad dat dit een journalistieke gedraging betreft die wel degelijk door de Raad kan worden beoordeeld. De Raad heeft zich in eerdere conclusies herhaaldelijk hierover uitgelaten.
Klagers zijn verplicht hun bezwaren eerst aan het betrokken medium voor te leggen, waarbij (hoofd)redacties als eerste lijn in de afhandeling van klachten fungeren. Achtergrond hiervan is dat – in het kader van een goede zelfregulering door de media – partijen eerst samen overleg voeren om te bezien of zij tot een minnelijke oplossing van het probleem kunnen komen. Dit brengt mee dat (hoofd)redacties klachten op een zorgvuldige manier moeten afhandelen. Daarbij geldt in beginsel dat als een medium een klachtenregeling kent, het ook overeenkomstig die regeling dient te handelen. Dat is nu niet gebeurd.
Niettemin was de klachtafhandeling in dit geval niet journalistiek onzorgvuldig. Daarbij neemt de Raad in aanmerking dat aan de klacht van klaagster – een professionele partij die vertrouwd is met de omgang met de media – de nodige communicatie voorafging en dat de hoofdredacteur inhoudelijk en binnen een redelijke termijn heeft gereageerd op de bezwaren van klaagster.

Relevante punten uit de Leidraad: A. en B.3
Relevante eerdere conclusies: RvdJ 2021/45, RvdJ 2021/19, RvdJ 2021/11 en RvdJ 2016/5

CONCLUSIE

ZO-NWS heeft journalistiek zorgvuldig gehandeld.

Zo vastgesteld door de Raad op 7 maart 2022 door mr. W.A.M. van Schendel, voorzitter, mw. mr. N.A.M. van Herten, J. Hoogenberg, H.P.M.J. Schneider en mw. F.G. Sijtsma MA, leden in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. G.A. van de Sluis, plaatsvervangend secretaris.