Samenvatting
T. Blom en RTV Dordrecht (hierna gezamenlijk: RTV Dordrecht) hebben tijdens en na afloop van het live-lijsttrekkersdebat “Dordrecht Kiest” journalistiek zorgvuldig gehandeld. Blom heeft tijdens het debat feitelijke mededelingen gedaan over een veroordeling van klager wegens onbehoorlijk bestuur. Het toepassen van wederhoor was niet nodig. Bovendien heeft de lijsttrekker van de politieke partij van klager in de uitzending kunnen reageren. Vervolgens heeft klager, althans de lijsttrekker, nog vóór de verkiezingen de gelegenheid gekregen om de berichtgeving te nuanceren. Dat van die mogelijkheid geen gebruik is gemaakt, kan RTV Dordrecht niet worden tegengeworpen. Verder is van relevante feitelijke onjuistheden niet gebleken. Voor RTV Dordrecht bestond dan ook geen aanleiding een rectificatie te plaatsen.
Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van
X
tegen
T. Blom en de hoofdredacteur van RTV Dordrecht
De heer X te […] (klager) heeft op 21 maart 2022 een klacht ingediend tegen de heer T. Blom en de hoofdredacteur van RTV Dordrecht (hierna gezamenlijk: RTV Dordrecht). Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van partijen betrokken van 21 maart 2022, 8 april 2022 en 16 mei 2022.
De klacht is behandeld op de zitting van de Raad van 20 mei 2022. Klager was daarbij aanwezig. RTV Dordrecht is daar niet verschenen.
DE FEITEN
In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 14-16 maart 2022 heeft RTV Dordrecht op 9 maart 2022 live het lijsttrekkersdebat “Dordrecht Kiest” uitgezonden. De uitzending is nog steeds online beschikbaar.
In het vierde blok van het debat, dat werd gepresenteerd door Blom, stond de volgende vraag centraal: “Hoe gaan de Dordtse politici het vertrouwen van de kiezer herwinnen?” Daarbij werd onder meer aandacht besteed aan verkiesbare leden van partijen van wie de kandidatuur wegens gebeurtenissen in het verleden wellicht niet goed is voor het vertrouwen in de overheid. In dat kader heeft Blom benoemd dat de partij Beter voor Dordt iemand op de lijst heeft staan die in 2003 uit de fractie van de PvdA is gezet. Nadat de lijsttrekker van Beter voor Dordt en Blom even daarover hebben gediscussieerd, zegt Blom: “Overigens, u bent niet uniek hoor. Bij Gewoon Dordt staat iemand op de lijst die is veroordeeld wegens onbehoorlijk bestuur. Kijk, ik wil alleen maar zeggen: wie haal je als politieke partij binnen en wat straal je uit.”
Na een korte reactie daarop van de lijsttrekker van Beter voor Dordt, reageert vanuit het publiek mevrouw I. Koene. Zij is lijsttrekker van Gewoon Dordt, de partij van klager. De uitzending bevat het volgende fragment:
Koene: “Ik geloof niet dat er bij ons iemand op de lijst staat die verdacht wordt van onbehoorlijk bestuur of wat dan ook.”
Blom: “Hij wordt er niet van verdacht. Hij is er zelfs voor veroordeeld. Door de rechter in 2017. Bij u op de lijst ja, de nummer 2 op uw lijst is in 2017 veroordeeld en in 2019 is het vonnis nog bekrachtigd door het gerechtshof Den Bosch. Dat wist u dus niet.”
Koene: “Nou nee, dat ligt volgens mij iets anders, maar goed het is fijn dat dat…”
Blom: “Ik houd u de feiten slechts voor mevrouw Koene. Wij gaan even door.”
Koene: “Ik vind dit echt niet oké meneer Blom.”
Blom: “U vindt de feiten niet oké?”
Koene: “Nee. Het gaat erom dat dit opeens gelanceerd wordt en dat we niet de gelegenheid krijgen om daar op een normale manier op voorbereid te zijn.”
Blom: “Ik hoor u gewoon zeggen dat het niet waar is.”
Koene: “Nee dat zeg ik niet.”
Blom: “Oh dan zal (…).”
Koene: “Ik vind dit echt gewoon… Kijk dit maakt het ook lelijk natuurlijk.”
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
Klager stelt – kort samengevat – het volgende. Het is onzorgvuldig dat Blom niet met klager en zijn partij voorafgaand aan het debat heeft gesproken over de genoemde veroordeling en hen daarmee tijdens het debat heeft overvallen. Daarbij komt dat dit plaatsvond in een blok waaraan Gewoon Dordt niet deelnam, zodat zijn partij zich niet goed kon verweren. Klager was overigens zelf niet bij de opname van het debat aanwezig. Hij wijst erop dat in het draaiboek voor het debat niets was opgenomen over een mogelijke opmerking over zijn verleden, terwijl Blom – gezien de mate van details – kennelijk wel vooraf onderzoek heeft gedaan. Het was juist geweest om hem voorafgaand aan het debat hiermee te confronteren en wederhoor toe te passen. Daarmee hadden ook feitelijke onjuistheden voorkomen kunnen worden. Zo was klager in 2017 door de rechtbank in het gelijk gesteld. Dat oordeel werd in 2019 door het gerechtshof vernietigd; van een bekrachtiging van een eerdere veroordeling was dus geen sprake.
Klager vindt het ook onzorgvuldig dat Blom de feiten zonder context heeft gepresenteerd. Door te spreken over ‘veroordeling’ is ten onrechte de suggestie gewekt dat het ging om een strafrechtelijke procedure. Het betrof echter een civielrechtelijk vonnis tot betaling van een bedrag aan de curator van een failliete stichting. Hoewel klager niet met naam is genoemd, was de opmerking wel duidelijk tot hem herleidbaar, omdat werd gesproken over de ‘nummer 2’ op de lijst van zijn politieke partij.
Klager ziet de gang van zaken en de wijze waarop hij nu publiekelijk is neergezet als een doelbewuste actie om zijn geloofwaardigheid en kandidatuur voor de gemeenteraad te ondermijnen. Omdat het fragment te zien blijft en de veroordeling in de toekomst opnieuw ter sprake kan komen, vindt klager een rectificatie op zijn plaats. RTV Dordrecht heeft dat echter geweigerd met verwijzing naar de rechterlijke uitspraak. Volgens klager is deze klachtafhandeling ook onzorgvuldig.
RTV Dordrecht heeft laten weten dat zij de Raad erkent, maar dat zij in deze specifieke zaak om meerdere redenen geen verweer zal voeren.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
De Raad stelt voorop dat media een belangrijke taak hebben om misstanden in de samenleving aan de kaak te stellen. Het is dan ook maatschappelijk relevant en journalistiek geboden om onderzoek te verrichten naar en/of te berichten over (mogelijk) ontoelaatbare handelwijzen in bestuursfuncties van politici die zich verkiesbaar stellen.
Klager was ten tijde van de uitzending van RTV Dordrecht verkiesbaar en was in zoverre een publiek figuur. Hij moest zich daarom een zekere mate van ongewilde publiciteit laten welgevallen. Bovendien konden klager en zijn partij – gelet op de geplande verkiezingen – ook verwachten dat op enig moment opmerkingen zouden worden gemaakt over het vonnis ten aanzien van klager, zoals bijvoorbeeld tijdens een debatblok over het vertrouwen in de overheid.
Journalisten moeten wederhoor toepassen bij personen die door een publicatie worden gediskwalificeerd. Daarbij dient degene die wordt beschuldigd voldoende gelegenheid te krijgen om, bij voorkeur in dezelfde publicatie, te reageren op de aantijgingen. Dit beginsel geldt echter niet voor berichtgeving van feitelijke aard.
De Raad kan zich voorstellen dat klager zich overvallen heeft gevoeld door de mededeling van Blom tijdens het live-debat. Daarmee is de handelwijze van RTV Dordrecht nog niet onzorgvuldig. In dit geval gaat het om mededelingen van feitelijke aard.
Blom heeft immers melding gemaakt van gerechtelijke documenten waaruit blijkt dat klager is veroordeeld. Weliswaar was het civielrechtelijke vonnis niet gewezen in 2017, maar pas in 2019, maar dat betreft een marginale feitelijke onjuistheid die de strekking van de mededeling niet wezenlijk verandert. Bovendien heeft Blom benoemd dat het gaat om een veroordeling wegens onbehoorlijk bestuur. Hij heeft dus niet de suggestie gewekt dat het een strafrechtelijke procedure betrof. Dat het ging om een bekrachtiging van een eerder vonnis was feitelijk onjuist, maar dit is onvoldoende om de journalistieke gedraging onzorgvuldig te achten.
Ook anderszins is niet gebleken dat Blom een zodanig vertekend beeld of onzorgvuldige weergave van de kwestie heeft gegeven, dat sprake is van niet-waarheidsgetrouwe berichtgeving.
Verder is van belang dat de lijsttrekker van Gewoon Dordt de gelegenheid heeft gekregen om tijdens het debat te reageren. Uit de door klager overgelegde stukken blijkt bovendien dat RTV Dordrecht klager, althans de lijsttrekker van zijn partij, nog vóór de verkiezingen de gelegenheid heeft geboden om de berichtgeving over zijn veroordeling te nuanceren. Dat klager en/of zijn partij om hen moverende redenen niet van deze mogelijkheid gebruik hebben gemaakt, kan RTV Dordrecht niet worden tegengeworpen.
Van een doelbewuste actie van RTV Dordrecht om de geloofwaardigheid van klager en zijn kandidatuur voor de gemeenteraad te ondermijnen is niet gebleken.
Gelet op het voorgaande bestond voor RTV Dordrecht geen aanleiding om een rectificatie te plaatsen.
Een en ander leidt tot de conclusie dat Blom en RTV Dordrecht journalistiek zorgvuldig hebben gehandeld.
Relevante punten uit de Leidraad: A., B.3 en C.1
Relevante eerdere conclusies: RvdJ 2021/33, RvdJ 2021/11 en RvdJ 2018/48
CONCLUSIE
T. Blom en RTV Dordrecht hebben journalistiek zorgvuldig gehandeld.
Zo vastgesteld door de Raad op 19 juli 2022 door mr. J.J. van Eck, voorzitter, mw. mr. N.A.M. van Herten, mw. drs. E.M.H. Lemaier, H.P.M.J. Schneider en mw. M. Thie, leden in tegenwoordigheid van mr. G.A. van de Sluis, plaatsvervangend secretaris.